11/04/20226 Minutes

Onder het mom van ‘vertel me wat je eet en ik vertel je wie je bent’ beantwoorden creatieven enkele prangende vragen. – Vragen en redactie door Marianne Clason

Wat is de leukste fase van een creatief proces?
Ik werk altijd heel stapsgewijs. Ik bedenk een soort basis en dan zoek ik naar de volgende stap en de daaropvolgende. Dat zoeken is exciting, wat gaat er gebeuren, hoe gaat het met het grotere geheel werken? Ook het pure uitvoerende, de handeling van het schilderen en tekenen zelf is leuk! Tegelijk is dat soms ook het meest frustrerende…

Wat is schoonheid volgens jou?
Schoonheid ligt in de natuur. Ik ben ook het liefst buiten. Het is ongelofelijk prachtig om alleen al een minibloemetje te bekijken. Of blaadjes die beginnen uit te komen. Of dieren of de Nederlandse luchten of hoe een mens in elkaar zit, zo magnifiek! Elke kunstmatige weergave daarvan is toch altijd minder.

In welke mindset moet je zijn om iets te kunnen creëren
Ik hoef mezelf niet echt aan te zetten, ik ben in mezelf altijd verbonden met het werk waar ik op dat moment mee bezig ben. Als ik ren, wandel, autorij, de was ophang, in bed lig… Het proces gaat altijd door. Ik denk na, ik visualiseer, ik lees en doe onderzoek, ik zoek beeldmateriaal, ik schets. De uren dat ik echt in mijn atelier door kan werken zijn naar mijn zin nog veel te beperkt. Ik heb nog veel andere verplichtingen.

Welk verhaal wil je nooit meer vergeten?
Het verhaal van de Bijbel, het verhaal van de liefde van Jezus Christus. Ik heb het een tijd lang geprobeerd te vergeten, maar daar werd ik niet gelukkiger van.

Heb je creatieve voorbeelden, idolen?
Vrouwen in de kunst zoals Frida Kahlo en Käthe Kollwitz en Paula Rego. Deze vrouwen hebben met grote kunde hun eigen verhaal verbeeld. Hun liefde, hun pijn, hun moederschap, partnerschap. Oorlog, maatschappij waarin ze soms gevangen zaten. Maar dan op zo’n manier verbeeld dat het in te leven is voor iedereen, dat is zó prachtig, dat hoop ik ooit ook te kunnen.

Wat wilde je vroeger worden?
Als kind hondentrainer- ik ben helemaal wild van honden.

Als tiener bijbelvertaler in Afrika- Ik ben aan de universiteit Taalkunde gaan studeren, maar ik stopte na de propedeuse. Toen hulpverlener, pedagogiek en SPH, liep ook allemaal dood.

Aan kunst en kunstonderwijs had ik in mijn jonge jaren zelfs nog nooit gedacht. En toch is dat nu wat uiteindelijk mijn carrière is geworden. Maar voor mij ligt altijd alles in het leven open, wie weet waar je bent over tien jaar?

Beste tip die je ooit kreeg op jouw vakgebied?
Blijf trouw aan je eigen innerlijke kompas. Doe wat je wil doen. Pas je niet aan aan wat goed in de markt ligt, maar doe je eigen ding. Dus truttige, eindeloos tijdverslindend kleurpotlood of botten tekenen, terwijl men dat in Nederland maar morbide vindt…

Creatief zijn is voor jou……
Vrij zijn. Open staan, nieuwsgierig zijn, steeds opnieuw een deur openen, steeds iets nieuws uitproberen. Ha grappig, in elke zin zit het woordje ‘nieuw’. Creëren, scheppen, vernieuwen.

Wat vind je het minst leuk om te doen?
Het publieke deel denk ik. Ik vind zo’n interview als dit echt lastig, neem alles veel te serieus.

Wat is het allerleukste om te doen?
In alle rust en met alle tijd van de wereld met mijn kunst bezig zijn. De lockdown was in dat opzicht paradijselijk; ook al kwam er geen cent binnen, ik kon de hele dag werken.

Wat zou je nog willen leren of kunnen?
Ik moet nog ontzettend veel leren, ik wil nog honderd keer beter kunnen schilderen en nog veel meer gelaagd, symbolisch en spannender. En ik wil snelle houtskoolportretten kunnen maken. En ik lees me suf, zoveel mensen hebben zoveel interessants te melden.

Wat is jouw motto?
Elke dag heb je de kans om iets nieuws te leren

Met wie in Almere zou je weleens willen praten over het vak?
Ik hoop binnenkort met veel Almeerders te kunnen praten. Niet per se over het vak, maar wel over wat men van mijn werk vindt. Ik ga meedoen met de surrealistische groepsexpositie L’Age d’Or in Kunstisleuk, Schutterstraat 17. De hele maand mei open.

 Welk project staat op je bucketlist?
Al jaren neem ik me voor om elke dag in een half uur tijd een houtskoolportret te maken. Wanneer begin ik daar nou eens mee?